Alles over Douwe Dabbert
en vertaalde uitgaven
van Piet Wijn, Thom Roep
Bermudillo, Timpe Tampert, Daniel Dudek, Gammelpot, Dusty Dabbert, Teobald, Nicky Bommel, Danny Doodle, Bobo Pak Janggut ..... en Barbie, uitgegeven in Ver. Arab. Emiraten
Belangrijke data en weetjes
uit Douwe Dabbert's historie
"Thom de praatjes, Piet de plaatjes"
For the English version CLICK HERE
Twaalf belangrijke data in Douwe Dabbert's historie
- 13 augustus 1973: Thom Roep gaat aan de slag als redacteur bij Oberon. Na een proefopdracht (incl. een scenario voor "De Grote Boze Wolf") treedt hij toe tot de redactie van het weekblad Donald Duck. Dit allereerste verhaal werd getekend door Robert van der Kroft en gepubliceerd in Donald Duck #4, 1975.
- Voorjaar 1974: Thom Roep bezoekt wekelijks de redactie van het meisjesblad Tina, alleen om wat monsters te verzamelen van het meisjesblad waarin het vervolgverhaal van Jennifer Scott, getekend door Piet Wijn, wordt gepubliceerd. Een van de Tina-redacteuren vertelt Paul Deckers, hoofdredacteur van de Disney-jongeren, dat Wijn misschien interesse heeft in meer werk voor Oberon. Deckers weet dat Thom, 22 jaar oud, een grote fan is van de 45-jarige Wijn en geeft hem de kans een sprookjesverhaal te schrijven voor Donald Duck.
- 19 mei 1974: Thom schrijft een synopsis voor het eerste album: "De Verwende Prinses". Zijn idee is dat het een avontuur wordt van 22 pagina's, maar het blijkt dat er 44 pagina's nodig zijn om het verhaal te vertellen.
- Week 1, 1975: Het Verwende Prinses -avontuur begint in Donald Duck nummer #1. Prinses Pauline is het hoofdpersonage. Douwe Dabbert maakt zijn eerste verschijning op pagina 13 en hij zal de ster zijn in de volgende 22 verhalen.
- 1977: Denemarken, uitgeverij Williams, was het eerste land ter wereld met een Douwe Dabbert-album. Het was de Deense redacteur Henning Kure die Douwe Dabbert zag in de Nederlandse Donald Duck en het wilde uitgeven in albumvorm ....... Eigenlijk hebben we de eerste twee stripboeken van Douwe Dabbert te danken aan de Denen...... Gammelpot: Letterlijk vertaald is dat "Oude Piet" of "Oude Peter" .... Oh, deze website eigenaar zou ook Gammelpot kunnen heten :-)
- Ook in 1977: Het eerste album van Douwe Dabbert - "De Verwende Prinses" - werd ook in Nederland uitgegeven door Oberon. Zowel in Denemarken als in Nederland werden 23 albums uitgegeven.
- In 1981 en 1982: Er verschenen vertalingen van Douwe Dabbert in het Duits, Luxemburgs, Spaans, Portugees, Zweeds en Fries ....... (De vertalingen naar het Indonesisch, Pools, Arabisch en Engels verschenen in andere jaren).
- In 1984 ontvangt Piet Wijn de Nederlandse Stripschapprijs voor zijn hele œuvre.
- In 1986 kreeg Piet Wijn een beroerte waardoor hij de controle over zijn rechterarm verloor. Het leek het einde van zijn tekenwerk. Maar het woord "opgeven" stond niet in Piet's woordenboek! Hij oefende en oefende met links. En al snel waren zijn potloodschetsen duidelijk genoeg om ze door iemand anders te laten inkten. Dit alles was trouwens de reden waarom er in 1987 geen nieuwe Douwe Dabbert verscheen. Vanaf pagina 13 van het nieuwe album in 1988 vond Piet, na veel oefenen en een indrukwekkend doorzettingsvermogen, de kracht om het inkten weer zelf ter hand te nemen - ja, zelfs met links - en Piet zou hiermee doorgaan tot het 22e album in 1998.
- Collega-tekenaars denken meteen aan de eerste keer dat Piet na zijn beroerte weer begint te tekenen. Dat getuigt van een enorme tekendrang, ook als hij even later ook het inktwerk weer oppakt. Beiden zelfs linkshandig. Een enorm respect.
- Aan alles komt een eind. Deze bundel van Douwe Dabbert is het hek dicht.......maar soms klemt een hek, en zit het niet echt op slot. In 2001, maar liefst vier jaar na de vorige bundel uit 1997, verscheen het drieëntwintigste en laatste album van Douwe Dabbert "The amazing frame story", met daarin twee verhalen.
- Op 6 oktober 2010 is Piet Wijn helaas in zijn woonplaats Leidschendam overleden.
Weetjesparade uit in Douwe Dabbert's historie
Een allitererende naam: Van Bas Blommert via Grim Grabbert naar Douwe "Tabberd" en tenslotte Douwe Dabbert. Van een nevenpersonage naar een gevestigde held vanaf pagina 13 - Donald Duck #1, 1975, die 26 jaar lang niet meer weg zou gaan.
In de Donald Duck van 1974 #52 werd Douwe Dabbert heel bedekkend aangekondigd.
In Donald Duck 1975 #1 werd, naast het verhaal zelf, de eerste aankondiging van De Verwende Prinses gedaan.
Wist u, dat er op Ameland een graf is van DOUWE Roep … Is dat nou stom toeval, of niet?
Prinses Pauline werd genoemd naar het eerste meisje waar Thom Roep mee uitging. Hij was toen 6 jaar oud.
De meeste mensen zijn te vergelijken met een open boek, alleen het lezen vergt enige inspanning, zei de toenmalige hoofdredacteur van Eppo, Frits van der Heide.
In De verwende prinses smeert Pauline op pagina 2 schoensmeer op een deurknop. De auteur kwam op dit idee dankzij een ondeugend jongetje dat hij in zijn jeugd had gekend. Hij maakte de buurt onveilig door honden-drollen op deurknoppen te smeren ....
Het tweede Douwe Dabbert verhaal “Het Verborgen Dierenrijk” leverde bij de redactie minder positieve brieven op, omdat in het verhaal onschuldige dieren worden opgegeten. Desalniettemin zou de albumuitgave van dit verhaal het bestverkochte album in de Douwe Dabbert-reeks worden.
Getekend door Piet Wijn leek Ludu Lafhart opvallend veel op Thom's vroegere leraar Nederlands, de heer Van W., die in Den Haag woonde. Een man, die zeker niet tot Thoms favorieten behoorde, maar omgekeerd gold hetzelfde.
In "Poort naar het Oosten" zorgde een wonderlijk toeval voor een aanspreekbare metgezel. Op plaat 10 tekende Piet Wijn zeven door Douwe bevrijde mannetjes, maar op plaat 12, waarin de heks Wredulia hen weer in een fles opsluit, tekende hij per ongeluk een fles te weinig. Thom en Piet ontdekten dit pas enkele weken later bij toeval, en zo kon op plaat 20 een van de mannetjes uit Douwe's knapzak kruipen en de rol van medespeler op zich nemen.
Thom voegde Ludo Knudde toe als iemand "klein, pafferig, met slierterig blond haar en varkensogen." Hij had eigenlijk niemand in gedachten, maar eenmaal getekend was de gelijkenis met een vroegere buurjongen treffend.
Тот-кто-может-писать-замечательные-рассказы-Дуве-Дабберта (Hij-die-wonderlijke-Douwe-Dabbert-verhalen-kan-schrijven)
De naam Nama, Douwes hoofdrolspeler in "De Zee naar het Zuiden", ontleent zijn naam aan een bevolkingsgroep. De Nama werden vroeger Hottentotten genoemd. Hun taal heette ook Nama. Oorspronkelijk bewoonden de Nama alleen het gebied van de Oranjerivier in het uiterste zuiden van Namibië en het uiterste noorden van Zuid-Afrika.
Thom heeft in "De Weg naar West" het schip Vrouwe Margaretha, met Amsterdam als thuishaven, vernoemd naar zijn echtgenote, Sonja-Margaretha, geboren en getogen in Amsterdam.
Beter goed gejat dan slecht verzonnen, zeggen ze soms...... Of dit ook geldt voor de film Jumanji (1995) met o.a. Robin Williams in de hoofdrol valt nog te bezien. Er zijn een aantal scènes in de film die opvallende overeenkomsten vertonen met "Het rommelige werk van Pief"......
Wist je dat "Vijf onaangename ontmoetingen" de werktitel was voor "Op het spoor van kwade zaken"?
Wist je dat op pagina 37 van "De dame in de lijst" Thom Roep de Elfenkoning Oberon als eerbetoon aan uitgever Oberon, Cees de Groot, opvoert, omdat hij altijd een grote werkgever is geweest voor zowel Thom als Piet.
Wist je dat "De Poort naar het Oosten" in Donald Duck maar liefst 55 pagina's besloeg? En dat hetzelfde nummer in het Spaans (La puerta de Oriente) door Editorial Bruguera werd ingekort tot 48 pagina's - 8 pagina's in totaal - om redenen van papierbesparing?
Het is bekend, dat Douwe Dabbert in andere uitgaven verschillende personen weer ontmoet, maar het was mij niet opgevallen, dat Teun de smid en zijn familie, die als figuranten in "Douwe Dabbert's Kerstavontuur" voorkomen, ook een bijrol speelden in het eerste album "De verwende prinses" .....
Dat met het nippeltje van Douwes ceintuur nog wel eens de verkeerde kant uitstaat, komt uitgebreid aan de orde in De Bouterbode #44. Het was een blinde vlek van Piet Wijn, welke hem in ander werk ook weleens ziet gebeuren.... Het is niet een bepaalde periode maar gewoon een hardnekkig terugkerende vergissing.....
Het blijkt, dat Thom, als linkshandige, ook vaak zijn riem "verkeerd om" draagt, daar dat gemakkelijker gespt !!
Een grap die Dickie Dapper in die tijd meemaakte, was geliefd bij Thom Roep. Dickie vraagt de weg aan een ouder vrouwtje. Zij weet het niet. Als Dickie al een flink eind heeft gelopen, wordt hij teruggeroepen, waarna het vrouwtje hem vertelt dat ze het aan haar zus heeft gevraagd en dat zij het ook niet weet..... Thom heeft altijd gehoopt dat iemand hem de weg zou vragen. Helaas, totdat hij Douwe weer eens op zijn eenzame pad leidde en hij de grap daar toch kon uithalen. Zie "De heksen van eergisteren".
In een aantal albums heeft Douwe Dabbert terugkerende natuurelementen meegemaakt, zoals de vier windrichtingen (4, 6, 7, 8 en 13), waarin de vier elementen aarde, water, lucht en vuur een rol spelen....... Maar hij heeft ook omstandigheden van koude tot hitte ervaren in vier albums (18, 19, 20, 21).
Het fort van Casius Gaius.... Waar komt die naam vandaan? ..... Thom had een kinderboek "Caius is een ezel" in zijn boekenkast staan. De naam leek bij uitstek geschikt voor het verhaal. Gaius, een variant van "uitschot" klinkt niet zo positief, maar zijn collega's vonden het goed klinken. Caius Gaius klonk hem echter weer te rijmig, en zo werd het Casius. Het grappige is, dat Thom in 2016 ontdekte, dat de echte Cassius Gaius wel degelijk bestond.... "Gaius Cassius Longinus was een zeer populaire naam in de gens Cassia.
Niet alleen Douwe Dabbert is internationaal georiënteerd. Zelfs Thom weet mensen te bedanken in een taal uit een van Douwe Dabberts verhalen (ご清聴ありがとうございました)........ (Japans: "Bedankt voor uw aandacht")
Album 15 is het eerste lange avontuur dat Piet Wijn volledig met zijn linkerhand tekende na zijn beroerte (1987) waardoor die zijn rechterhand niet meer kon schetsen en inkten, en overschakelde naar zijn linkerhand.
Dit is ook de uitgave waar Douwe afscheid neemt van Paulus, waar hij een tijdje heeft gelogeerd
Waar komen sommige namen vandaan die in de verschillende Douwe Dabbert-albums worden gebruikt? Hier zijn enkele referenties:
Uit "Het bedrog van Balthasar" kennen we Ruben. Vernoemd naar Thom's buurjongen, 11 jaar oud in 1990. Deze Ruben Houkes zou later een gerenommeerd judoka worden.
De onhandige Simon dankte zijn naam aan een geweldige oudere collega. En in "The Red Eye" kreeg zijn naam omdat Thom tijdens het schrijven wekenlang leed aan een oogontsteking.
Aan het eind van "Terug naar het geheime dierenrijk" schept Torm de beer op over zijn worstelprestaties op de Kommersbonten kermis .... Dat daar een jaarlijkse kermis is weten we van Suske en Wiske De Tuf Tuf Club.
In "Het gemaskerde opperhoofd" merkt Douwe op dat hij nog nooit het stadje Lommenstee heeft bezocht .... Genoemd naar Joan Lommen, 32 jaar Thom's geweten en plaatsvervanger op de Walt Disney redactie.
Hasselaarsdijk is genoemd naar Frans Hasselaar, redacteur bij Donald Duck.
Veldwachter Roelofs heeft dezelfde achternaam als de toenmalige redacteur van Donald Duck.
Agent Steenstra en boer Beekman zijn vernoemd naar respectievelijk Donald's toenmalige redactiesecretaris en Jos Beekman eerste redacteur bij EPPO.
In 1997 kwam het Suske en Wiske album "Magnificent Pjotr" uit.... Pjotr wordt inderdaad het hoofdpersonage in het "Schip van IJs" genoemd.
Helemaal in het begin van "De Kast met 1.000 Deuren" spreekt goochelaar Balthasof de volgende zin uit: "Slagroom? Wat krijgen we in Jippes' naam? ...... Een oprecht en persoonlijk eerbetoon van Thom aan Daan Jippes, de beroemde striptekenaar en stripmedewerker.
Strip# 22, "Terug naar het Verborgen Dierenrijk" was overigens voorgepubliceerd in Donald Duck met de titel "Tweeëntwintig jaar later". Een eerbetoon van Thom Roep en Piet Wijn aan Alexandre Dumas met zijn "Tweeëntwintig jaar later" als vervolg op "De drie musketiers".
Sowieso staat het album "Terug naar het Verborgen Dierenrijk" bol van de knipogen. Zo spelen de hoofdpersonages uit Alleen op de Wereld mee en komt er een beer in voor die nog optrad op de kermis van Bommerskonten als verwijzing naar het dorpje Kommersnonten en de kermis aldaar in Suske en Wiske: De Tuf Tuf Club (1952).
De cover van Het Verborgen Dierenrijk is ontworpen door Daan Jippes, de tekenaar van Twee voor Thee • Het sprookjesachtige thema en het verhaal doen een beetje denken aan Jommeke 32: In Pimpeltjesland (1967) en meer nog aan Jommeke 14: Op Heksenjacht (1963) van Disney-liefhebber Jef Nys. Maar Jommeke 92: Het Aards Paradijs (pas uit 1979!) over een verborgen rijk waar vijandige, sprekende dieren met elkaar moeten leven is de meest tot zich sprekende vergelijking met een Vlaams kanon • Hoewel de toverknapzak van Douwe (nog gekregen van zijn grootvader Sebastiaan) zich makkelijk leent tot een allesoplosser in de vorm van een deus ex machina, wenden de auteurs het tovermiddel op een verstandige manier aan om de loop van het verhaal te veranderen. Oplossingen moeten er vooral komen door Douwes verstand, vernuft en het bedenken van listen. De toverknapzak krijgt gelukkig nooit de allures van een Jerommeke (Suske en Wiske) of een Jan Spier of kapitein Oliepul (Nero) die prompt een verhaal binnenvallen om voor de oplossing in absolute nood te zorgen • Deel 23: De Wonderlijke Raamvertelling uit 2001 is voorlopig het laatste album in de reeks. Maar een tweede hartaanval gooit tijdens de totstandkoming van het album roet in het eten. Na lang overleg rondt Dick Matena het laatste verhaal af. Hoe dan ook, prinses Pauline uit deel 1 speelt er opnieuw een hoofdrol in waardoor de cirkel min of meer is gesloten.
Douwe Dabbert heeft normaal een kale kruin, maar in het verhaal dat hij vertelt is hij jonger en heeft nog een volle bos haar. Alleen op blz 24 heeft hij plotseling in het verleden ook een kale kruin.
Douwe Dabbert leeft zeker voort. Zelfs premier Mark Rutte noemde de naam van Douwe in een tv-interview (hij had geen magische knapzak), en in diverse quizzen op televisie was een vraag over Douwe opgenomen. Zelfs The Dodo Museum op het eiland Mauritius toont een foto van Douwe met zijn dodo uit album nummer 7. Verder zijn er winkels, cafés, een restaurant in Indonesië, schepen, accessoires (das, dasspeld, clip, puzzels, boodschappentassen, beeldjes, klok, speelkaart, boekenlegger, postzegels, .....) en zelfs een straat in Almere is naar Douwe vernoemd...... Allemaal als eerbetoon aan Piet Wijn en Thom Roep.
Boreas, de Noorderwind uit uitgave 23 is vernoemd naar Boreas, de Griekse God van de wind. Hij is een van de bekendste windgoden.
Tijdens het afscheid van Piet Wijn heeft Thom Roep een warme afscheidsrede gehouden ....
Beste Piet…
Dat iemand die zo goed was zo bescheiden kon blijven…
Dat iemand die altijd zo bejubeld werd altijd zo rustig bleef…
Aan zelfverheerlijking deed je niet, Piet! Doe maar gewoon was jouw devies…
Een echte prater was je ook niet. Ja, je kon goed mét jou praten, omdat jij LUISTERDE en dan pas antwoord gaf. Bij je thuis voor zover ik dat kan inschatten, en zeker als je naar mij op de redactie kwam met nieuwe Douwe Dabbert pagina’s. ‘Mooi, Piet! Mooi! Hartstikke mooi!’, zei ik dan. En dan klonk het: “Nou, dank je wel!” en je wachtte de stroom woorden af die ik verder over je uitgoot. Over het wel en wee van Donald Duck, eventuele roddels over je collega striptekenaars en sterkte staaltjes uit stripland.
Wonderlijk was het dat toen we elkaar leerden kennen er best een flink leeftijdverschil was. Ik 22 en jij 45. Jij net zo oud ongeveer als mijn ouders, maar dat leeftijdverschil was al gauw verdwenen vanwege de gedeelde interesses; strips, illustraties, films, schilderkunst…
Toen ik in 1973 bij het weekblad Donald Duck ging werken, werd een aantal dromen werkelijkheid. Voor mij, sinds mijn vijfde jaar stripliefhebber, betekende dit dat ik van mijn hobby mijn werk kon maken en opeens zag ik al mijn helden, de striptekenaars dus, in levende lijve, omdat de redactie van Pep, Sjors en Donald Duck op dezelfde verdieping waren gehuisvest.
Bijna al mijn helden, want jou, Piet, zag ik het eerste jaar nooit. Jij werkte namelijk voor Tina en dat tijdschrift zat op een andere verdieping. Je maakte toen de strip “Jennifer Scott” voor het meisjesblad en die vond ik zo mooi dat ik elke week braaf een exemplaar ging vragen, waaruit ik de pagina’s van Jennifer scheurde en die in een verzamelmap stak.
Dat viel de toenmalige Duck hoofdredacteur, Paul Deckers, op en hij gaf mij de kans en de eer om een opzet voor een sprookjesachtig verhaal te maken dat in Donald Duck zou worden gepubliceerd.
En dat werd het eerste avontuur van Douwe Dabbert!
Niemand kon op dat moment vermoeden dat Douwe uiteindelijk in 23 albums zou optreden en Douwe een hele schare fans zou krijgen in binnen- en buitenland. Het werd een jarenlange, prettige en succesvolle samenwerking, waarbij nooit een onvertogen woord viel en twee zielen één gedachte hadden. Ik zorgde voor de praatjes en jij voor de plaatjes. Precies zoals dat bij onze karakters paste.
‘Piet Wijn is vooral bekend geworden met zijn creatie Douwe Dabbert’ werd een paar weken geleden op tv gezegd en in de kranten geschreven. Dat klopt, maar laten we eerlijk zijn; dat ligt mede aan het feit dat de strip in Donald Duck werd voorgepubliceerd, een blad dat altijd al wekelijks tussen de 300.000 en 400.000 gezinnen bereikte en daardoor veel meer lezers had dan de andere tijdschriften waarvoor je werkte. Douwe was en is vast niet beter dan de prachtige strips die je met mijn collega scenaristen Andries Brand, Patty Klein, Paul Deckers en Marjolein Winkel, en dan noem ik ze nog lang niet allemaal, maakte.
Want AL jouw tekenwerk, Piet, alles wat jij op papier zette, kent dezelfde kwaliteit en behoort tot de klassiekers.
En de reden hiervoor?
Heel eenvoudig... je tekenwerk bevat behalve vakmanschap een flinke dosis ouderwetse gezelligheid en warmte. En dat blijft boeien, ook al verandert de maatschappij nog zo snel. Hoe flitsend snel of digitaal de wereld zich ook mag ontwikkelen, er blijft gelukkig plaats voor en behoefte aan nostalgie en romantiek. Aan ouderwetse, huiselijke, gezelligheid! Denk aan een glas rode wijn bij het haardvuur, aan warme chocolademelk bij het schaatsenrijden, het genieten van geïllustreerde sprookjesverhalen (op écht papier en niet op een scherm) en traditionele Sinterklaasavonden met gedichtjes en surprises. Tradities die bol staan van sfeer die gelukkig nog steeds van generatie op generatie worden doorgegeven. En het tekenwerk van jou, Piet, hoort in dit rijtje thuis. Vakmanschap dat tijdloos is en een tevreden en blije glimlach oproept!
Piet Wijn, jij hebt zonder al te veel woorden, maar met duizenden prachtige illustraties voor altijd geschiedenis geschreven!
"Hij die beminnelijk is" ..... "Hij die in Douwe Dabbert prachtige verhalen schiep"....... "Hij die mij veel informatie stuurde" ... "Hij die altijd antwoordt ondanks zijn drukke agenda" .... "Hij die de weg wijst" ..........